10 Maanden lang leeft mijn moeder niet meer. Wat is dat toch kort, maar waarom lijkt het dan zo vreselijk lang? Ik vind het afschuwelijk om te merken, dat het went. Dat het went om thuis te komen en pa alleen te zien zitten. De urn op de kast. Even mijn hand er over, eventjes aaien. Maar geen enkel echt contact met ma.
Elke maand weer komt de 20e voorbij. En altijd is er wel een gedachte. Normaal gaat de tijd zo ontzettend snel, weken vliegen voorbij met een druk gezin, ik loop mijzelf soms voorbij. Maar als het om ma gaat, dan heeft de tijd nog nooit zo lang geduurd. Hoe kant dat toch?
Ik mis dr zo. Ik houd zoveel van mijn moeder. Morgen haal ik een foto van haar, een nieuwe, die mijn vader had terug gevonden. Gelijk uitvergroot, want het was “maar” een pasfoto. Onvoorbereid kreeg ik het fotootje in mijn handen, met moederdag. Ik moest gelijk huilen, want het was alsof mijn moeder me weer even aankeek. Het was maar een foto. Een kleintje ook nog. Het bracht me helemaal van mijn stuk.
Ik mis ma zo ontzettend. Ze komt echt nooit meer terug. 4 Juli a.s. zou ze 62 jaar gaan worden. Werd ze dat maar.
10 Maanden lang leef ik moederloos op deze wereldbol. En ik kan met afgunst kijken naar dochters die hun moeder nog wel hebben. “Jij wel…”, denk ik dan. En ik niet. Terwijl ik een hele leuke moeder had. Die gedachten spreek ik maar niet hardop uit, het komt wel erg gemeen over he?
Een moederskind, dat ben ik. Altijd al geweest. Ze was mijn voorbeeld, dat is ze nog steeds. Ik heb een soort van heimwee gevoel naar haar. Alles verdwijnt. Mijn ouderlijk huis, waar ik als kind tot 11 jaar heb gewoond, is afgebroken, mijn basisschool is weg, steeds meer gaat weg. Alsof het allemaal niet bestaan heeft. En dan gaat zomaar mijn moeder ook nog eens weg. Soms denk ik wel eens: hoe was dat ook al weer? Hoe was het ook al weer, om wel een moeder te hebben.
Het laatste telefoongesprek ging over witlof met ham en kaas. Ze kon amper praten, maar ik wilde vooral doen alsof er niets aan de hand was. Stommerd die ik was. Ik had dr geen seconde meer uit het oog moeten verliezen en vast moeten houden. En nooit meer los moeten laten. Gelukkig weet ik dat ze wist hoeveel ik van haar houd, dat vertelde ze. Ik huilde vaak bij haar. Ik heb gejankt als een klein kind. Zij troostte me dan.
Nu zal ze me nooit meer troosten. Al 10 maanden lang niet. Of is het pás 10 maanden niet? Ik weet het niet. Ik weet alleen dat ik haar zo mis.
Ik houd van je ma.
Monique