Als mijn verdriet geen naam meer hebben mag.
Als mijn verdriet geen naam meer hebben mag
Laat het dan toch bij jou, mijn God
geborgen zijn.
Jou kan ik zeggen wat ik nog altijd mis
langer dan mensen willen weten,
dan zij kunnen begrijpen.
Nog steeds word ik bevroren
door de kilte van het lege bed
en keer op keer
tast ik tevergeefs naar de warmte
van een lichaam, zoek ik de ademhaling in
het donker.
En kwellen blijft het verlangen naar de holte
van het vertrouwde lijf.
Nooit hardop, God, mag ik dit zeggen.
Geen mens die zich vermoeien laat
door wat in mij blijft klagen.
Al lang is mij dat recht misgund,
al lang wil men mij sterker weten
dan ik kan zijn.
Als mijn verdriet geen naam meer hebben mag
Laat het dan toch bij jou mijn God geborgen zijn.
Sytze de Vries.