Je was gestorven, zeiden ze.
Maar ik geloofde ze niet.
Ik haatte iedereen omdat ik het niet wilde geloven.
Iemand zei:
Hoe is het nu met je?
ik zei:
Met mij gaat het goed.
Ik weet niet wat ik zeggen moet.
Dat het “anders” is zonder jou.
Dat ik bijna gek word van verdriet.
Iemand zei:
Red je het een beetje?
Ik zei:
Ja hoor, ik ben sterk.
Anderen hoeven niet te weten dat mijn hart
kapot is van verdriet om jou.
Dat ik je nooit meer zal zien.
Ik hoop dat ik op een dag wakker word.
Dat alles een boze droom is.
Maar dat zal wel niet gebeuren.
Ik hou van jou mijn zoon.
Ik voel een leegte achtergelaten door jou.
Ik weet dat je niet helemaal weg bent.
Je voelt nog zo dichtbij.
Dat zal altijd zo blijven.
Lieve Hans*, ik denk iedere dag aan jou en geef je dochter* je neefje* je Pa* een dikke kus.
Ik mis jullie zoooo verschrikkelijk erg!
Ik ga er kapot aan.
Liefs Moeders